30 maart. 75 Jaar geleden in de “Hongerwinter” van 1944-45.

Written by Jack van Ommen on April 1st, 2020

30 maart 2020. 75 jaar geleden. De Hongerwinter van 1944-1945.

Dit is uit het dagboek van mijn vader Dick van Ommen dat hij bijhield tijdens de gevangenschap van onze moeder van april 1944 tot haar thuiskomst van Dachau op 22 mei 1945. Gedeeltes van het dagboek zijn overgenomen in mijn boek “De Mastmakersdochters” (www.DeMastmakersdochters.nl)

Dominee Kunst van de Waalkerk, had tijdelijke onderdak gevonden voor 150 kinderen van zijn kerkgemeenschap bij families in de Wieringermeer. Mijn tweelingbroer Jan en ik (Jaap/Jacob/Jack) waren met onze vader bij onze opa en oma in de Watergraafsmeer eon onze drie jaar oudere zus, Karolien, was bij haar oom en tante in Alphen a/d Rijn.

29 maart 1945:

Vanmorgen kwam Saakje[1] bij me aan kantoor met de mededeling dat Jan en Jaap gisteravond om half 12 bij hun door een politieagent werden afgeleverd. Er waren bij die boer andere kinderen gekomen en nu hebben ze de jongens weggestuurd, een rare manier van doen.

Hoe het precies zit weet ik niet, ze hadden geen brief bij zich, er is wel door iemand die bij hun in de auto zat een brief aan Ds. Kunst meegegeven, morgenochtend ga ik direct daarheen. De jongens zagen er wel goed uit, echter wel onverzorgd, ze kwamen huilende op de Singel aan, hun dekens sleepten over de straat, een koffer bij zich plus hun nette waschgoed. Die auto heeft hun aan het politiebureau Adelaarsweg afgeleverd en zijn toen door een agent naar Amsterdam gebracht en deze wilde ze naar het bureau Centraal Station brengen. Maar Jaap zei, mijn oom woont hier, op Singel 2A, breng ons daar maar heen. We vinden het allen geen handelwijze[2].

30 Maart

Goede Vrijdag, naar Ds. Kunst gegaan, hij had wel een brief gekregen, maar die ter behandeling aan Mej. Grosheide gegeven, hij was ook niet te spreken over zoo’n wijze van doen. Hij had meer minder prettige ervaringen opgedaan over de menschen in de Wieringermeer.

========================

Ik ga nu weer terug naar het begin van het verhaal uit het dagboek:

=======================

6 Februari 1945

Vanmorgen op weg naar kantoor sprak ik Ds. Kunst die ging naar de schipper, hij kon 150 kinderen naar de Wieringermeer plaatsen, ik zei dat wij de jongens ook wel daarheen wilde hebben, dit ging wel, dan moesten ze morgenochtend daar zijn (stijger). Ik heb Mieke[3] me laten opbellen en gezegd dat ze weg konden, zij moest dan naar de Waalkerk gaan daar was Juffrouw Grosheide die ze inschreef. Ze moesten ieder een deken, stam en bonkaart meenemen. Het is wel een werk geweest alles voor elkaar te krijgen, ik heb ‘s middags vast een koffer naar de Singel gebracht, om 7 uur ben ik met de jongens vertrokken en hebben op de Singel overnacht.

Om 4 uur opgestaan naar het Damrak, daar lag het schip, het was erg donker, een groote tjalk, stroo in het ruim, de kinderen plat op de vloer. Zuster Goede, Ds. Kunst en nog twee heren gingen mee. Ik kende ze allen, zoodat ze wel in goede handen zijn. Ze gaan naar Middenmeer en Slootdorp, de stemming was best, de jongens vonden het ook leuk. Jan zat er wel wat over in dat hij op zijn verjaardag niet thuis was. Een kind zag nog kans in het water te vallen, de vader sprong er ook in doch beiden waren spoedig op het droge. Mevr. Leibbrandt bracht Jan en Gottfried.

Van Vlaanderen[4] stond ook op de lijst maar was niet present, ze hebben het daar anders erg noodig. Om halfzeven vertrokken ze, getrokken door een sleepboot. Het is wel akelig dat ze nu weg zijn, maar voor de voeding is het wel noodzakelijk, ook werd het voor Pa en Moe wel te druk, het is hier vreemd stil.

 13 Februarie

 Er is een brief bezorgd van de pleegouders van de jongens uit Middenmeer, de familie Dekens, ze schrijven zoo aardig, het is een boerderij, 5 kinderen 18-4 jaar, ze zijn erg op schik, ik mag gerust op hun verjaardag komen, ze krijgen nog wel 2 baby’s uit Haarlem, maar het kan wel. Jan en Jaap schreven ook een brief, Jan kort, Jaap zeer uitvoerig, de reis viel niet mee van 6-5 uur in het ruim, toen ze aankwamen zijn ze die nacht in een hotel in Middenmeer ondergebracht. Ze brengen het paard weg, er zijn kippen, varkens en konijnen.

We zijn zoo dankbaar dat het zoo goed is gegaan. Ze mogen tot na de oorlog blijven ze hebben ook al spek gegeten. Ze hadden nogal veel brood mee op reis, Jaap schreef dat hij gedeeld had met kinderen die niets hadden.

Gisteren trof ik in een portiek een ventje van ongeveer 9 jaar dat huilde, ik vroeg: “wat scheelt er aan vent”. “Ik heb zoon honger” antwoordde hij, dat gaat je door alles heen. Langs de huizen komen ze vragen om brood of ander eten. In de krant las ik het sterftecijfer. Was in 1944 van 26 Januari tot 4 Februari 169 pers. Dit jaar was dit 506.

De jongens Leibbrandt zijn wegens plaatsgebrek[5] naar Andijk moeten gaan.

Hannie Broers[6] is bij een boerenarbeider, Catharina Geel[7] is ook in Middenmeer.

27 Februari

Vanmorgen om 7.30 gestart naar Middenmeer. Ik heb Sieb’s fiets te leen gehad, de mijne is bezweken. Het was goed weer, vrij veel wind. Over Zaandam, Purmerend, Oosthuizen, even bij van de Wal zijn dochter aangeweest. Kop koffie gedronken, was 12 uur in Hoorn, daar boterham opgegeten, 1 uur verder gegaan, was om 3.30 in Middenmeer. Een prachtige nieuwe moderne boerderij[8].

De jongens waren met de wagen naar Kolhorn, tegen 6 uur kwamen ze thuis, ze zagen er best uit, wat hebben ze het daar uitstekend, lieve menschen, Groningers, de kinderen zijn ook erg lief voor ze, ze eten brood zooveel ze lusten, pap met volle melk, vleesch enz. Jan is de heele dag met de knechten in het land, kent alle beesten bij naam, hebben op het veulen gezeten. De eerste week waren ze 1 pond afgevallen, na 2 weken Jaap 4 pond aangekomen. Ik heb die klacht van de boer bevredigend kunnen oplossen.

Jaap schepte op dat ze de indruk hadden dat ze niet ondervoed waren en dan waren er velen die eerder in aanmerking kwamen, ik zei dat ze wel niet ondervoed waren maar toch al veel te kort waren gekomen en we voor het te laat was tot deze maatregel waren overgegaan, vet en boter krijgen ze al lang niet meer en brood is hier gerantsoeneerd. Voorts hadden ze de indruk dat het Opa en Oma te druk werd, (volgens Jaap zijn uitlating) en hij voelde er niets voor om kindermeisje te spelen, toen ik dit weerlegd heb zei hij dat verandert de zaak.

Het zijn aardige jongens, gelukkig dat het weer in orde is. Ik heb Jaap op zijn hart gedrukt dat hij erg dankbaar moest wezen dat hij hier mocht zijn. Ze aten een keer Jan in de zak, dat lustte Jaap niet maar hij kreeg ‘s avonds weer, opgebakken, toen lustte hij het wel.

Des avonds aten wij brood en ik kreeg gebakken aardappels met een stukje spek, pap na, heerlijk. Ik sliep op een 2 persoons bed in de logeerkamer, keurig.

De volgende dag hun verjaardag, ze hadden hun Zondagse pak aan, melk bij het ontbijt, ‘s middags aten we aardappels met een flink stuk vleesch, spercieboonen, een groot bord vla na, ‘s avonds groote sneden tarwebrood en pap, voor de verjaardag had de vrouw een cake gebakken, de jongens kregen voor het naar bed gaan een stuk, wij bij de koffie. Die dag Catherien Geel bezocht en Hannie Broers[9] in Slootdorp, hebben het ook goed, zijn bij gewone dorpsbewoners. Schaafsma bezocht, daar is ook een Meisje uit de wijk in huis en 2 Meisjes van Kuyken.

De volgende morgen 8.30 vertrokken, hartelijk afscheid genomen, mocht nog wel eens komen, kreeg mee 12 besmeerde boterhammen met kaas, 2 mooie peren, die ik bewaard heb voor hier, 1 voor Rien en 1 voor Moe, bovendien een zak tarwe van 17 pond. Ik heb er een paar aangename dagen gehad. Er stond veel wind, veel regen gehad, was 4.30 weer hier. Even voor Hoorn Duitse controle, maar ik ben er aardig doorgeglipt.

Miep de Wit is met 2 Meisjes bij een boer in Wieringerwerf weduwnaar, zal wel trouwen worden. In de Alblasstraat is bijna geen kind meer, alleen Lientje Swart, Peter Biemond en Anton Jansen zijn nog over.

De kinderen van Zemmelink[10]  gaan naar Texel. Kees Vlaanderen is naar Friesland geloopen, Wim[11] is naar Gramsbergen. Hans Alberts[12] is naar Nes, ook Mevr. Verhagen[13] met de kinderen.

[1] Schoonzuster

[2] De tweeling had een ontsnappingstunnel voor de ondergedoken knechten ontdekt en een verstopte ambulance in de hooiberg. Ze waren te ondernemend.

[3] schoonzuster

[4] Onze buren op Alblasstraat 39 II

[5] In de Wieringermeer

[6] Ablasstraat 44 I

[7] Alblasstraat 52 II (tante van de TV evangeliste Jacobina Geel)

[8] Famile Klaas Dekens, Schagerweg 25. Middenmeer. Klaas jr. emigreerde naar Canada.

[9] Alblasstraat

[10] Alblasstraat 57 I

[11] Vlaanderen Alblasstraat 39 II, buren, Wim 1931 Kees 1928?

[12] Griftstraat 46 II

[13] Alblasstraat 46 of 48 Mijnheer Verhage was de Luchtbescherming man.

 

1 Comments so far ↓

  1. johan KUNST says:

    de verhalen over de Rivierenbuurt roepen de herinneringen op aan ons leven als gezin op het Daniel Willinkplein/Victorieplein – de Dr de Moorschool – de Waalkerk etc.
    BEDANKT